31 juli 2025

 

Mijn wekker stond vanochtend op acht uur maar ‘k was vroeger wakker.  Redelijk goed geslapen vannacht.  De lucht buiten is grijs, maar volgens Sue zal het later op de dag wel wat opentrekken.

Omstreeks 8u45 ontbeet ik.  De keuze is hier heel wat minder uitgebreid dan in Tudor Lodge, maar ik heb toch een lekker ontbijt genoten. 

Het feit dat er hier op het eiland geen auto’s mogen rijden is tof, een beetje “terug in de tijd”, nostalgie naar vervlogen tijden, heel wat rustiger leven dan elders, minder lawaai.  Voor de mensen die hier wonen heeft het natuurlijk wel een nadeel … als je naar eender waar buiten Sark trekt dan moet je ofwel al je verplaatsingen met het openbaar vervoer doen, ofwel een andere regeling treffen.  Zo zijn er wel degelijk Sark-bewoners die een auto hebben, maar deze moeten ze dan op Guersney stallen.  En je rijbewijs halen moet natuurlijk ook elders gebeuren.  Vermoedelijk doet men dit dan op Guernsey, maar ik kan me wel voorstellen dat je dan, eens je je rijbewijs behaald hebt, regelmatig de ferry moet nemen om op Guernsey de kunst van het autorijden te onderhouden, anders verleer je het misschien wel.

Terug op mijn kamer bleek ik een bericht gekregen te hebben van de bootmaatschappij, dat mijn tocht van vandaag inderdaad verzet is naar morgen – maar om 14u, niet om 11u.  Prima.

Ik heb heel wat van het eiland gezien vandaag.  Eén van de eerste dingen die ik bezocht was het Gouliot Headland, van waar ik een goed zicht had op het eiland Brecqhou.  Dit eiland is ook weer een verhaal op zich : het is in 1993 gekocht door de tweelingbroers Barclay, twee hele rijke mannen.  Zij hebben er een kasteel / fort op gebouwd en niemand heeft toelating om op het eiland te komen.  Je mag er zelfs niet over vliegen met een vliegtuig of drone.  In 2021 is één van de twee broers overleden.

Mijn tweede bezoek was aan het Pilcher Monument, een monument dat men opgericht heeft ter herdenking van een scheepsramp van 19 oktober 1868, waarbij niemand van de bemanning de ramp overleefde.  De naam refereert naar J.G. Pilcher, een oliehandelaar die aan boord was het dat schip.

Hierna trok ik naar het haventje, om daar in de ticket office te gaan vragen of ik voor de dag van mijn vertrek geen latere boot kon krijgen, en ook of het mogelijk was om voor mijn terugreis toch nog mijn koffer op te laten halen aan Sues B&B.  Toen ik aan het haventje aankwam was het kantoortje helaas gesloten.  Aan de uitbater van het havencafeetje ben ik dan gaan vragen of hij wist wanneer dat kantoortje terug open zou gaan.  Dit zou zijn tegen het moment dat de volgende ferry zou aankomen – waarvoor ik drie kwartier zou moeten wachten.  Okee, dat viel nog mee.  Ik kuierde wat rond bij de haven, ging er naar het toilet en besloot dan om in het cafeetje een koffie met cake te vragen.  Dat kostte me £ 6,5.  Ik betaalde de man met een briefje van 5 en twee briefjes van 1 pond, en toen bleken de briefjes van 1 pond oude briefjes te zijn.  Ik legde uit dat ik die briefjes gisteren in de supermarkt gekregen had, nadat ik daar boodschappen deed.  De man van het havencafeetje heeft de twee briefjes aangenomen, hopend dat de bank ze zal accepteren.  Tof hé, in de supermarkt zullen ze gedacht hebben : da’s een toerist, die zullen we eens effe snel twee oude briefjes geven.  De volgende keer dat ik daar dus iets ga kopen zal ik wel met de kaart of met kleingeld betalen …

Toen er mensen begonnen toe te stromen die duidelijk net door de ferry aan land waren gezet trok ik terug naar het havenkantoortje.  Dit was helaas nog steeds gesloten.  Blijkt dat er op dit uur enkel mensen uitstappen en dat er geen ferry terug naar Guernsey zou vertrekken.  Daarom moest er natuurlijk ook niemand in het kantoor zijn.  Ten vroegste tegen de volgende overtocht Sark – Guernsey, om 14u, zou er opnieuw iemand aanwezig zijn.  Maar dat was nog anderhalf uur wachten, dat zag ik niet zitten.  Ik probeer het mogen wel weer, of via mail.  Dit keer nam ik de bus (ook wel de toast rack genoemd) terug naar boven.  Kostprijs £ 1,80.

Na een omweggetje langs de supermarkt (met de kaart betaald, duh …) ging ik op zoek naar de baai waar ik, samen met enkele vrienden, heel wat jaren geleden eens met een zeilboot geankerd heb.  Er is een weg die naar Dixcart Bay leidt dus die weg zocht en vond ik (na een tijdje).  Wel opmerkelijk (en redelijk verdacht) dat twee van de wegwijzers richting Dixcart Bay verdwenen waren.  Die aan de eerste paal bleek afgebroken (okee, zou nog kunnen) maar die aan de tweede paal was gewoon verdwenen.  De twee bouten staken nog in de paal maar de wijzer was foetsie. 

Het heeft mij (en een aantal anderen) er niet van weerhouden om de baai te vinden.  Ik ben helemaal tot op het strand gestapt maar uiteindelijk denk ik niet dat het daar was dat we geankerd hebben.  Misschien dat ik de plek morgen wel vind, bij de boottocht rond het eiland.

Op weg terug naar boven sloeg ik linksaf, het “Cliff Path” op.  Dit was een flinke klim maar ik werd wel beloond met mooie uitzichten.  Echt jammer van het (nog steeds) grijze weer.  Op een bepaald ogenblik belandde ik terug op de weg langs waar ik reeds gepasseerd was.

Het volgende dat ik zocht was de Seigneurie.  Dit is de woonplak van de Seigneur, in feite de baas van het eiland.  Op diens stuk land kan je een paar interessante dingen gaan bekijken en je kan er tevens iets nuttigen, maar dit ga ik voor een andere dag laten.  Op weg naar de Seigneurie stapte ik voorbij de school en de melkerij (waar je – uiteraard tegen betaling – je eigen fles kan laten vullen met verse melk, al dan niet met een smaakje).

Ik zag opeens een pijl naar de “window in the rock” (het venster in de rots, dus) en in plaats van naar huis te gaan zette ik mijn tocht verder naar daar.  Op die plek geraak je trouwens enkel te voet, dus als je met de fiets bent moet je deze even achterlaten.  Het is een stukje naar beneden om er te geraken, maar ‘t is wel de moeite.  Dat gat is trouwens geen natuurlijk fenomeen maar is rond 1850 op vraag van de toenmalige seigneur William Thomas Collings met een ontploffing tot stand gebracht.  Dit op het moment dat men de potentieel toeristische aantrekkingskracht van het eiland begon te ondervinden.

Er was een andere pijl, naast deze van het venster, en die verwees naar Port du Moulin.  Ik weet niet of het pad dat ik hierna nam (het was slechts een kort stuk terug na dat venster) het juiste was maar een eindje dat pad op heb je echt een fantastisch uitzicht.  Daar heb ik dan ook het filmpje gemaakt dat ik onder de foto’s hier geplaatst heb (toen deed de zon trouwens net een poging om door de wolken te breken).  Eigenlijk kon ik hier nog een stukje verder stappen, richting en op een rots, maar dit zag ik niet zitten.  Een beetje té avontuurlijk naar mijn zin.

Om terug naar huis te gaan was het nog te vroeg dus toen ik een paadje vond dat naar beneden, naar het strand leidde heb ik dat gevolgd.  Ik nam er een paar foto’s en trok vervolgens terug naar boven.  ’t Was weer een flinke klim maar hey, ik was niet gehaast dus langzaamaan lukt ook hé.

Nu was het toch stilaan tijd om terug te keren naar huis.  Het begon trouwens een heel klein beetje te miezeren.  Rond kwart voor vijf was ik terug op mijn kamertje.  Tijd om te eten, de foto’s over te zetten van de gsm naar de laptop, het filmpje op de laptop te zetten (en dat uploaden in Clideo om het te kunnen bewerken duuuuuuuuurt en blijft duren ... trage wifi ...) en klaar te maken voor publicatie, het verslag te schrijven, … Lots to do !

O ja, blijkbaar schijnt mijn gsm-provider te denken dat de Kanaaleilanden geen deel uitmaken van Groot-Brittannië.  In Engeland en Wales had ik geen internet-problemen (ik kan daar surfen, sms-en en bellen zoals thuis maar met een fikse beperking van het aantal gigabyte dat ik mag gebruiken …) maar van zodra ik op Guernsey was … finito ! Vandaag kreeg ik daar een bericht van op mijn telefoon.  Dat gaan ze me bij Mobile Vikings eens uit moeten leggen zenne …

(Het is nu 23u30 en ik ben eindelijk klaar met alles ... lang leve de trage wifi hier ...)